Van eind augustus tot december 1999 hebben wij twee dieselmotoren uitvoerig getest over een afstand van ruim 9000 kilometer door hete woestijnen en besneeuwde bergketens. De tocht begon in India, ongeveer 50 km buiten Delhi waar deze dieselmotoren te koop zijn (In Delhi zelf zijn ze niet te koop). We waren nog niet zeker van onze keuze voor dieselmotoren vanwege indianenverhalen die we gehoord hadden over het vermogen van de motoren. Echter, na een kort proefritje ging alle twijfel in rook op en hebben we er twee besteld. Dankzij de Indiaase bureaucratie duurde het nog een paar weken voordat alle papieren in orde waren zodat we ons ondertussen konden laten scholen in de technologie van het motortje. Het motortje bleek een prachtig stukje eenvoud en volgens de diesel- wallah (onze leermeester) oerdegelijk, duurzaam en betrouwbaar. Na de Hindi goden gunstig gestemd te hebben (puja) kon de tocht beginnen.

Via de Thar-woestijn in Rajasthan zijn we naar het noorden gereden naar het nabij de Tibetaanse grens gelegen Lahaul en Spiti. Het grootste deel van de wegen in dit gebied zijn onverhard en steil omhoog en af en toe moesten de motoren ,waar bruggen ingestort waren, snelstromende rivieren oversteken. Halverwege de klim naar de 4500 meter hoge Kunzum-pas hebben we de voor tandwielen van de motoren verwisseld voor kleinere om het klimmen te vergemakkelijken. Via de Rohtang-pas zijn we weer naar het zuiden gereden en westwaards naar de Pakistaanse grens.